, [], Whether the excellence of the person sinning aggravates the sin?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want een menigte des volks, velen van Efraim en Manasse, Issaschar en Zebulon, hadden zich niet gereinigd, maar aten het pascha, [42]niet gelijk geschreven is. Doch Jehizkia bad voor hen, zeggende: De HEERE, die goed is, [43]make verzoening voor [dien], 42. Zie boven, vs.5. 43. Hij bidt dat de Heere hun hunne onreinheid vergeve, en dat Hij de geestelijke heiligmaking, door zijnen Geest in hen werke. Anders, verzoene in eeuwigheid allen die zijn hart, enz.